Vanmorgen ben ik in ons wandelpark op weg gegaan met een groep inburgeraars die al een behoorlijk niveau Nederlands spreekt en verstaat.
Ze komen o.a uit Dagestan, Suriname, Indonesie, Engeland e.a.
Na een korte inleiding bij Harreveld en Kadoelen (die beide van een nieuwe rietkap worden voorzien door rietarbeiders uit Litouwen) wandelen we naar de Stolp boerderij waar ik met de sleutelbos naar binnen kan.
Het verhaal van de fam Twuyver en van deze bijzondere kaasboerderij die rondom een hooiberg is gebouwd, valt goed bij de groep en er is veel herkenning met heden en verleden in de thuislanden.
Via de fraaie ophaalbrug uit Ouderkerk bereiken we het Koopmanshuis. Honig is bekender dan ik had vermoed.
In de heerlijke warme bakkerij snuiven we de heerlijkste geuren op terwijl de bakker ons zijn verhaal vertelt over het bakken in een takkenoven. Gelukkig brandt deze ook. Een dame uit Dagestan laat me het huis van haar moeder zien waar nog met eenzelfde type oven wordt gebakken.
Via de ambachtsbuurt (waar alles gesloten is helaas) bereiken we de tramremise die helaas vandaag niet toegankelijk is wegens werkzaamheden. Gelukkig kan ik wel mijn verhaal kwijt over het hoe en waarom van een trambedrijf in ons museum. Wel is het erg koud in de gure wind.
Via de VGL-loods en de standerdmolen uit Huizen, bereiken we de stellingmolen uit Delft. Gelukkig kan ik die openen en binnen is beschutting tegen de gure wind. In alle rust bekijken we het verhaal van de evacués die hier hebben gewoond en de verzetsstrijder Zwiers die hier is dood geschoten.
Langs de vinkenbaan bereiken we de panden van de Westerstraat waar we het café van Tante Leen bezoeken. Het is er behoorlijk warm gestookt en dat helpt om weer bij te komen. De filmpjes draaien nog niet dus ik zingen zelf even een lied van Johny Jordaan en Tante Leen. En natuurlijk Geef Mij Maar Amsterdam. De inburgeraars vinden het een mooie afsluiting en na veel bedankjes gaan ze aan de lunch in het entreegebouw.